Spring naar content

Peers

Mensen zijn sociale wezens met een sterke behoefte om relaties op te bouwen en geaccepteerd te worden door anderen. Daarom kijken we veel naar de mensen om ons heen die vaak op ons lijken: peers. Door hun gedrag te bestuderen kunnen we zien hoe we onszelf moeten gedragen om erbij te horen. Peers kunnen positieve en negatieve effecten op ons gedrag hebben.

Wat zijn peers?

Peers zijn mensen in de maatschappij met vergelijkbare kenmerken zoals leeftijd, taalgebruik, kleding, interesses, gedrag, maar ook ervaringen, opleiding of lidmaatschap van dezelfde groep. Peers identificeren zich vooral met elkaar en vormen peergroepen.

Vooral jongeren zijn gevoelig voor de invloed van peers. Wanneer kinderen ouder worden, gaan ze zich steeds meer bezighouden met hoe leeftijdsgenoten hen zien. Vooral in de puberteit gaan uiterlijk vertoon, kleding en imago een belangrijke rol spelen. Je wil zoveel mogelijk lijken op de groep waar je bij hoort. Je wordt vaak eerder geaccepteerd als je er hetzelfde uitziet. In de puberteit zoeken jongeren naar acceptatie en willen ze niet buiten de groep vallen. Ze kijken naar leeftijdsgenoten waarmee ze zich identificeren en nemen delen van hun gedrag over.

Peers kunnen zo een sterke positieve of negatieve invloed hebben op het individu, soms ook bij financieel gedrag. Zo kunnen jongeren door groepsdruk onverstandige beslissingen nemen, zoals dure merkkleding of sieraden kopen om sociale status te verwerven, terwijl ze daar eigenlijk het geld niet voor hebben.

Waarom doen we wat anderen doen?

Van nature zijn mensen sociale wezens die het belangrijk vinden om bij een groep te horen. Groepen bieden bescherming en bevestigen je identiteit. Als onderdeel van een groep voel je je zelfverzekerder en veiliger. Die behoefte om bij een groep te horen leidt in de praktijk tot kopieergedrag.

Individuen kopiëren daarbij gedrag van groepsgenoten om opgenomen en geaccepteerd te worden door de groep. Die gedragsbeïnvloeding kan bewust of onbewust zijn. Vooral bij kinderen en jongvolwassenen spelen groepsdruk en de invloed van anderen (peer-pressure en peer-influence) een grote rol.

Hoe zet je peers in?

Binnen de schuldhulpverlening kun je peers op een positieve manier inzetten door leeftijdsgenoten, rolmodellen of anderen uit iemands sociale omgeving te betrekken bij een interventie.

Vooral bij jongeren kan de inzet van peers van grote waarde zijn. Door peers in te zetten bij het benaderen van jongeren met financiële problemen (peer-activatie) kan je de hindernis omzeilen dat jongeren vaak weinig vertrouwen hebben in overheidsinstanties. Peers spreken dezelfde taal en kennen hun belevingswereld. Daardoor durven jongeren zich sneller open te stellen of om hulp te vragen.

Je kunt peers bijvoorbeeld inzetten voor peer education (peer-onderwijs). Dan geven peers voorlichting  of ze vertellen over hun ervaringen met schulden of geldproblemen. Omdat mensen zich identificeren met hun peers staan ze eerder open om iets van hen aan te nemen dan van een buitenstaander. Wanneer de peers gezond financieel gedrag vertonen is de kans groter dat mensen dat overnemen.

Problemen met peers bespreken (peer-support) kan waardevol zijn om stress weg te nemen. Mensen merken daardoor dat ze niet alleen zijn en dat mensen waarmee ze zich identificeren dezelfde problemen hebben (gehad). Zo kunnen ze steun vinden bij lotgenoten en ervaringsdeskundigen. Of ze vertellen peers over hun doelen zodat die hen kunnen aanmoedigen en steunen om die  doelen te bereiken.

Lees meer over wat werkt bij het inzetten van peers.

Backett-Milburn, K., Wilson, S. (2000). Understanding peer education: insights form a process evaluation. Health Education Research: Theory & Practice, 15(1), 85-96.

Barendregt, C., & Rodenburg, G. (2013). Schuldenproblematiek bij kwetsbare jongeren, Een kwalitatief onderzoek naar kwetsbare jongeren met schulden in Rotterdam. Rotterdam, Nederland: Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving.     

Haun, D. & Tomasello, M. (2011) Conformity to Peer Pressure in Preschool Children. Child Development, November⁄ December 2011, Volume 82, Number 6, Pages 1759–1767.

Kinable, F. (2006). Werken met peers. Brussel: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen.

Manders, W., Metz, J. & Sonneveld, J. (2017) Literatuuronderzoek naar peer-to-peer in het jongerenwerk. Amsterdam: Lectoraat Youth Spot.

McDonald, J., Roche, A.M., Durbridge & M., Skinner, N. (2003). Peer education: from evidence to practice. An alcohol and other drugs primer. Adelaide: National Centre for Education and Training on Addiction.

Ryan, R.M., Deci, R.L. (2000) Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development and well-being. American Psychologist vol.55 no 1, 68.

Van Geuns, R. & Desain, E.J.P. (2019) Jongeren en Schulden: Eindverslag van een Fieldlab Zuidoost project. Amsterdam: Lectoraat Armoede en Schulden.

Vijlbrief, A. & Van Mourik, K. (2020) Wat werkt bij de aanpak van armoede en schulden? Nederland: Movisie.