Spring naar content

Jongeren

De weg naar volwassenheid is vaak vol met obstakels en moeilijkheden. Financieel zelfredzaam worden vormt daar een belangrijk onderdeel van. Dat gaat niet altijd soepel en sommige jongeren maken zelfs schulden. Dat is extra zorgelijk vanwege de kwetsbare positie van jongeren op de arbeidsmarkt. Ze hebben vaak flexibele contracten en relatief lage lonen. Ook de hoge studieschuld van veel jongeren legt extra druk op hun financiële positie.

Lees verder om te ontdekken welke factoren het (financiële) gedrag van jongeren beïnvloeden.

Ontwikkeling van het jongerenbrein

De adolescentie is een periode waarin het brein van jongeren zich sterk ontwikkelt. Jongeren worden zich bewust van hun positie binnen sociale groepen en van de invloed van hun omgeving. Ze ontwikkelen tijdens de adolescentie hun sociale vaardigheden en willen de wereld ontdekken en hun perspectief verbreden.

Die ontwikkelingen kunnen gepaard gaan met onzekerheid, angst en minder controle over impulsen. Tijdens de adolescentie zijn ze eerder geneigd om risico’s te nemen. Omdat jongeren zich voornamelijk op de korte termijn richten, kunnen ze niet goed overzien wat de langetermijngevolgen van hun beslissingen zijn. Bij jongeren met schulden spelen vaak ook nog schaarste en stress mee, die het risicogedrag verder versterken: ze kunnen dan nog minder goed impulsen beheersen en langetermijnplannen maken.

Lees meer over schaarste en stress.

Opleiding en gezin

Laagopgeleide jongeren hebben een grotere kans om in financiële moeilijkheden te raken. Opleidingsniveau speelt niet alleen een rol bij de hoogte van hun inkomen, maar ook bij hun vermogen om financiële en administratieve verplichtingen aan te gaan en na te komen. Ze overzien de gevolgen van bepaalde beslissingen minder goed. Ook het contact met schuldeisers kan moeizaam verlopen.

Een gebrek aan administratieve vaardigheden en financieel overzicht kan vooral een probleem vormen wanneer jongeren 18 worden. Vanaf dat moment kunnen ze zelfstandig financiële verplichtingen aangaan. Er wordt verwacht dat ze hun zaakjes zelf regelen, maar zonder voldoende financiële kennis, motivatie of overzicht kan dat al gauw tot problemen leiden.

Daarbij speelt ook de gezinssituatie een belangrijke rol. Jongeren met ouders met schulden, hebben een groter risico zelf ook in de problemen te komen. Dat komt onder andere door de stress die geldzorgen veroorzaken. Ouders hebben minder ruimte om hun kinderen vaardigheden bij te brengen. Of te helpen bij problemen die in de overgangsfase naar zelfstandigheid vaak voorkomen, zoals de kamerhuur of zorgverzekering niet kunnen betalen of toeslagen niet gebruiken.

Criminaliteit

Onderzoek toont aan dat jongeren met schulden een grotere kans hebben op crimineel gedrag. En crimineel gedrag kan weer tot een slechtere financiële positie leiden. Tijdens de adolescentie kunnen risicogedrag, de behoefte aan sociale status en het bij een groep willen horen leiden tot onverstandige keuzes. Stress kan het kortetermijndenken van jongeren nog eens versterken. Misdaad kan daardoor een snelle en makkelijke route lijken naar meer geld, en dus naar een hogere status en een oplossing voor geldzorgen. Maar het gevolg, een celstraf of boete, kan juist ten koste gaan van hun positie in de samenleving en baankansen, en dus de financiële problemen alleen maar verergeren.

Sociale status en groepsdruk

In de adolescentie ervaren jongeren peer-pressure (groepsdruk) binnen hun sociale omgeving. Vooral door de behoefte om status binnen een groep te creëren met bijvoorbeeld telefoons dure sieraden of merkkleding.

Vooral jongeren uit armere milieus zijn geneigd om (met geleend geld) statussymbolen te kopen. Professionals signaleren dat voor deze jongeren uiteindelijk niet telt wat je doet, maar wat je hebt. Ze vinden het vaak normaal om schulden aan te gaan voor statussymbolen, omdat hun vrienden en omgeving dat ook doen. Statussymbolen versterken hun eigenwaarde op de korte termijn. Maar dat gevoel verdwijnt snel wanneer ze de negatieve gevolgen van hun schulden ervaren.

Peers kunnen dus zorgen voor ongezonde financiële keuzes, maar ze kunnen elkaar ook stimuleren om (financiële) kennis op te doen of om over (schulden- en geld)problemen te praten. Peers kunnen elkaar beter bereiken omdat ze dezelfde taal spreken en elkaars sociale omgeving en belevingswereld beter kennen.

Lees meer over wat werkt bij jongeren.

Barendregt, C., & Rodenburg, G. (2013). Schuldenproblematiek bij kwetsbare jongeren, Een kwalitatief onderzoek naar kwetsbare jongeren met schulden in Rotterdam. Rotterdam, Nederland: Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving.

Blair, C. & Raver, C.C. (2016). Poverty, Stress, and Brain Development: New Directions for Prevention and Intervention. Academic Pediatric Association. Apr;16(3 Suppl):S30-6. doi: 10.1016/j.acap.2016.01.010.

Blakemore, S.‐J. & Choudhury, S. (2006). Development of the adolescent brain: implications for executive function and social cognition. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 47: 296-312. https://doi.org/10.1111/j.1469-7610.2006.01611.x

Chein, J., Albert, D., O’Brien, L., Uckert, K., & Steinberg, L. (2011). Peers increase adolescent risk taking by enhancing activity in the brain’s reward circuitry. Developmental science, 14(2), F1–F10. https://doi.org/10.1111/j.1467-7687.2010.01035.x

Kahneman, Daniel (2011), Ons feilbare denken: Thinking, fast and slow. Amsterdam: Uitgeverij Business Contact.

Mullainathan, S., & Shafir, E. (2020). Schaarste: Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Amsterdam: Maven Publishing.

Pollak, S. & Wolfe, B. (2020). How developmental neuroscience can help address the problem of child poverty. Development and Psychopathology. 32. 1640-1656. 10.1017/S0954579420001145.

Stichting BKR. (2020, 9 september). Hoe jongeren steeds meer in de schulden belanden | BKR. https://www.bkr.nl/nieuws/2020/7/hoe-jongeren-steeds-meer-in-de-schulden-belanden/

Van Beek, G., de Vogel, V., & van de Mheen, D. (2020) The relationship between debt and crime: A systematic and scoping review. European Journal of Probation. https://doi.org/10.1177/2066220320964896